Herstelling van een Laney LG20R
Onlangs sprong de bassist binnen met een Laney LG20R versterker. Of ik er es kon naar kijken, want het ding maakt veel lawaai (gebrom). Het staat hierom al een lange tijd in de kast stof te verzamelen.
Ik vond het wel fijn dat er op m’n knutselpraktijken werd beroep gedaan. Ik nam dan ook met veel plezier, zij het toch met wat klamme handjes, de uitdaging aan.
Het opengooien van het achterpaneel toont een solid-state versterker. Nette en toegankelijke pcb; het volledige binnenwerk is er relatief simpel uit de versterker te halen door de potmeters en koellichaam voor de TDA2030 transistor los te vijzen. Aansluitingen naar stroomnet, reverb en speaker is met klemverbindingen.
Het reverbje vond ik bijzonder verassend en geinig. Ik had eerder verwacht dat er een digitale Beltone zou in zitten, maar het is een heuse analoge veer-reverb type HD2WL. Ik ben onder de indruk van de kwaliteit van het binnenwerk.
De vermoedelijke boosdoeners zijn snel gevonden: de 2200 µF elco’s. Eén ervan is volledig opengekomen, de andere staat bol / op het randje van openspringen. Ook dat vond ik verrassend.
Twee nieuwe, wat betere exemplaren later, en we kunnen weer aan de slag.
Opvallend ook is de tda2030 power-transistor. Laney pretendeert dat de versterker 20watt aan vermogen geeft; de transistor geeft volgens de datasheet slechts 14 watt bij 36 volt spanning. En natuurlijk is deze solid-state versie trouw aan z’n buizenvariant. Een schema van de LG20R vond ik niet, maar volgens info op verschillende fora zou – op de powertransistor na – het schema van de LG35R volledig hetzelfde zijn. Voor het drive-kanaal wordt de cd4069ube gebruikt, te vergelijken met de tube-sound fuzz. Vond ik ook verassend.
Met al een vlotte en interessante reparatie. De Laney LG20R klinkt als herboren.